Belijdenis en persoonlijk getuigenis
God’s handen dragen ons
Eben-Haëzer (Tot hier toe heeft de HERE ons geholpen.(1 Sam.7:12))
In januari 1944 werd ik, na twee meisjes en een jongen als jongste kind geboren in een onderwijzersgezin, waarvan de ouders belijdend lid waren van de Vrijzinnig Hervormde Kerk. Daarnaast waren mijn ouders lid van de Partij van de Arbeid. Tot en met december 1955 heb ik de zondagschool van de Kerk bezocht. Verder kan ik mij herinneren, dat met Kerst het betreffende gedeelte uit Lucas werd gelezen. Maar verdere kennis van de bijbel is mij indertijd niet bijgebracht. Een echte binding met de Vrijzinnig Hervormde Kerk heb ik eigenlijk nooit gehad. Vanaf eind 1962 ging ik met mijn oudere broer mee naar de diensten van de Kerk der Zevende-dags Adventisten.
Toen ik de oproep voor de keuring van de militaire dienst ontving, ben ik mij af gaan vragen, of ik in dienst zou gaan dan wel op grond van gewetensbezwaren vervangende dienst zou aanvragen. Deze vragen leidden tot het eerste serieuze contact met de toenmalige predikant van de Z.D.A. in de stad Groningen. De maanden daarna heb ik mede besteed aan verdere studie van de geloofspunten van deze Kerk.
In januari 1964 ben ik op belijdenis van mijn geloof en middels doop door onderdompeling lid geworden.
November 1968 wilde ik drie dingen:
- Het huis uit
- Een andere baan
- Een levenspartner
Deze drie punten heb ik samen met de plaatselijke predikant tot een gebedszaak gemaakt. De eerste twee punten waren heel snel geregeld. Per maart 1969 verhuisde ik van de provincie Groningen naar de Zaanstreek, waar ik werk had gevonden. Dat hield automatisch in, dat ik het huis uitging.
Tevens bleek al snel, dat God al enige jaren daarvoor was begonnen met het creëren van de juiste omstandigheden om aan mijn derde wens invulling te geven.
Een jaar of drie daarvoor had ik een nieuwe baan aangenomen, waarbij ik in de plaats kwam van iemand, die was vertrokken. Drie maanden later werd mijn baas opgebeld door mijn voorganger, of hij niet terug kon komen, omdat zijn nieuwe baan niet beviel. Hij mocht terug komen en werd niet alleen mijn collega, maar hij en zijn vrouw zijn zelfs tot op vandaag onze beste vrienden.
Via deze collega kwam ik in aanmerking met een meisje, dat correspondentie zocht. Januari 1969 kreeg ik van haar de eerste brief en eind april van dat jaar zag ik haar voor het eerst in levende lijve. Nadat zij twee maanden in het buitenland verbleven had, begon onze verhouding van vriendschap over te gaan naar een wat sterkere band. In augustus 1970 zijn we getrouwd en we hebben inmiddels kinderen en kleinkinderen.
Nadat wij enige jaren, met het oudste kind, in de Zaanstreek hadden gewoond, konden wij ergens anders een huis betrekken en daar wonen wij nog steeds.
Omdat ik geen goede prater ben, ben ik al heel vroeg begonnen met dingen op te schrijven. Ook wat de evangelieverkondiging betreft, maak ik het liefst gebruik van het geschreven woord, inclusief het internet.
Vaak ervaar ik de spanning tussen
- Romeinen 12:18 “Houdt zo mogelijk, voor zover het van u afhangt, vrede met alle mensen” en
- Matthéüs 10:34-36 “Meent niet, dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. Want Ik ben gekomen om tweedracht te brengen tussen een man en zijn vader en tussen een dochter en haar moeder en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder; en iemands huisgenoten zullen zijn vijanden zijn”.
Genesis 3:15 spreekt al over de oorzaak van deze tweedracht. “En Ik (God) zal vijandschap zetten tussen u (satan) en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen”.
Matthéüs 24:9 “Dan zullen zij u overleveren aan verdrukking en zij zullen u doden, en gij zult door alle volken gehaat worden om mijns naams wil”.
Johannes 15:18-27 “Indien de wereld u haat, weet dan, dat zij Mij eer dan u gehaat heeft. Indien gij van de wereld waart, zou de wereld het hare liefhebben, doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld uitgekozen heb, daarom haat u de wereld. Gedenkt het woord, dat Ik tot u gesproken heb: Een slaaf staat niet boven zijn heer. Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen; indien zijn mijn woord bewaard hebben, zij zullen ook het uwe bewaren. Maar dit alles zullen zij u aandoen om mijn naam, want zij kennen Hem niet, die Mij gezonden heeft. Indien Ik niet gekomen was en tot hen gesproken had, zij zouden geen zonde hebben, maar nu hebben zij geen voorwendsel voor hun zonde. Wie Mij haat, haat ook mijn Vader. Indien Ik niet de werken onder hen gedaan had, die niemand anders gedaan heeft, zouden zij geen zonde hebben; maar nu hebben zij, hoewel zij ze gezien hebben, toch Mij en mijn Vader gehaat. Maar het woord moet vervuld worden, dat in hun wet geschreven is: Zij hebben Mij zonder reden gehaat. Wanneer de Trooster komt, die Ik zal zenden van de Vader, de Geest der waarheid, die van de Vader uitgaat, zal deze van Mij getuigen; en gij moet ook getuigen, want gij zijt van het begin aan met Mij”.
2 Tim. 3:12 “Trouwens, allen die in Christus Jezus godvruchtig willen leven, zullen vervolgd worden”. Per slot van rekening gaat het uiteindelijk om de keuze tussen God en de Bijbel aan de ene kant en Satan en de menselijke overleveringen aan de andere kant. Ieder mens moet kiezen in dit leven, wie hij dient , want na de dood is er geen keuzemogelijkheid meer.
Geloofsbelijdenis:
Ik geloof in God, de Vader, in Jezus Christus, zijn Zoon en in de Heilige Geest. Ik geloof, dat Jezus Christus mijn persoonlijke Verlosser is; dat Hij mens geworden is, aan het kruis gestorven voor de zonden van de wereld en door God is opgewekt uit de dood; dat Hij is opgevaren naar de hemel, dat Hij aan de rechterhand van God zit als onze Middelaar, vanwaar Hij spoedig zal komen om de doden en de levenden te oordelen.
Ik geloof in de opstanding van de doden en het eeuwig leven.
Ik geloof dat God mij kracht schenkt om als nieuwgeboren schepsel zijn wil te doen, zoals deze in zijn geïnspireerd Woord is geopenbaard en in het bijzonder wordt uitgedrukt in de Tien Geboden, waaronder de sabbat.
Ik geloof, dat ik een tempel ben van de Heilige Geest en dat ik ben geroepen, uit liefde tot God en mijn naaste, een rein leven te leiden.
Ik geloof, dat God mij persoonlijk geroepen heeft tot opbouw van zijn kerk en tot verbreiding van het evangelie.
Op de belijdenis van mijn geloof en op mijn wens ben ik door de doop deel geworden van het lichaam van Christus en opgenomen in de gemeente van de Zevende-dags Adventisten.
Hoewel deze tekst is gebruikt in een doopdienst in 2007, kan ik me er goed in vinden. Ter afsluiting kan ik nog zeggen, dat een van de redenen voor mijn toetreding tot de Z.D.A. indertijd de overtuiging was, dat de leer van deze Kerk heel dicht bij de Bijbel staat. Het principe “Sola Scriptura” van de grote hervormers wordt volgens mij door deze Kerk nog steeds konsekwent toegepast. Dat kan ik helaas niet zeggen van veel andere Kerken.Tijdens korrespondentie met andersdenkenden worden allerlei kerkelijke dogma’s naar voren gebracht, die geen stevig fundament in de Bijbel hebben en die vaak in strijd met de Bijbel zijn..
Maar de Bijbel voorspelt, dat in de eindtijd, en die is nu!, bijna alle gelovigen zich van God zullen afwenden en een God afvallige macht zullen volgen, die allerlei met de Bijbel strijdige geloofspunten leert.
Najaar 2000 werd bij mij Laterale Sclerose (L.S.,zusje van M.S.) gekonstateerd. Nadat in de eerste periode met name mijn loopfunktie snel slechter werd, bracht de HERE mij voorjaar 2001 in kontakt met een geloofsgenote, die mij het gebruik van koudgeperste sesamolie aanraadde. Binnen zo’n vijf weken was er sprake van een spectaculaire verbetering van de loopfunktie.
Tot op heden heeft dit voedingssupplement mij mobiel gehouden. Zie voor het volledige verhaal onder de tab “Gezondheid” en dan “Laterale Sclerose”.
Terugkijkend op mijn leven tot dusver, onderschrijf ik van harte de titel van deze belijdenis: Eben-Haëzer (Tot hier toe heeft de HERE ons geholpen.)
R.K.S. Pannenborg.
Meer weten? Zie www.gelovenvolgensdebijbel.nl